Is preken Gods woorden spreken? - vervolg

Dit stuk is een vervolg op een aanzet tot discussie over de vraag uit de titel, aangezwengeld door een discussie op Twitter. Ik reageer hier omdat mijn reactie te lang bleek om door het reactiesysteem te worden geaccepteerd.


UPDATE: hier een reactie van Theo Pleizier
UPDATE: Hier een reactie van J.A.J. Pater


Verschil met een lutherse visie op verkondiging
Zelf had ik in mijn vorige post al verwezen naar een verschil tussen een gereformeerde en een lutherse omgang met de verkondiging en in de reacties komt dat verschil opnieuw een aantal keer terug, ook in verband met de relatie tussen woord en sacrament. Ik ga daarom eerst even uitleggen waarom ik denk dat er een fundamenteel verschil is tussen een lutherse en een gereformeerde omgang met de preek als Woord van God.

Anders dan de gereformeerde Reformatie hanteert Luther feitelijk een materieel criterium binnen de Schrift. Niet zomaar de hele Schrift is Woord van God, ook al kan Luther dat soms formeel wel zeggen, maar het is de levende Christus in de Schriften en het daarbij behorende criterium van de rechtvaardiging van de goddeloze die als maatstaf functioneren voor het geheel van de theologie en dus ook voor de uitleg van de Schrift. Verkondiging van het evangelie is dan ook niet het in overeenstemming brengen van de woorden van de preek met de woorden van de Bijbel, maar eerder een verwijzing naar en verkondiging van de levende Christus die evenzeer in de woorden van de Schrift als in het heden gevonden wordt.

In Von der Freiheit eines Christenmenschen verankert Luther de ambten in de gemeente heel bewust in het ambt aller gelovigen. Die positie van het ambt hangt nauw samen met een aantal grondgedachten uit zijn theologie. Zoals elke zondaar wordt ook de voorganger uit genade gerechtvaardigd en blijft zowel gerechtvaardigd als zondaar. Van een spreken van de woorden van God als in overeenstemming met de werkelijkheid van God kan bij Luther dan ook geen sprake zijn. Als voorganger preek je niet om te proberen te zeggen wat God zegt in de Bijbel, maar om te verwijzen naar het Woord dat God, namelijk Jezus Christus. Als voorganger kom je daarom nooit in de positie van vertegenwoordiger van God terecht.

Voor mij is dat het tegoed van een lutherse visie op de verkondiging. Je verkondigt Christus, maar per definitie nooit je eigen gelijk, integendeel, eerder je ongelijk. Daarom is het Woord waarnaar in de verkondiging verwezen wordt, per definitie een werkzaam Woord, want niet een woord van de predikant, maar het levende Woord Gods Jezus Christus zelf. Daar komt bij dat naar lutherse opvatting de levende Christus niet alleen in woord of sacrament aanwezig is, maar naar lichaam en geest overal is. Dat versterkt nog eens de gedachte dat het niet de voorganger, een kerk of iets dergelijks is dat het heil exclusief als in een machtsstructuur bemiddelt, maar God in Gods vrijheid zelf Heer blijft over het Woord.


Woord en sacrament
Dan de terugkerende gedachte dat de preek als sacrament kan functioneren. In de reactie van Schuurman en Terlouw neemt dat inmiddels al de vorm aan van het aloude conflict tussen de verschillende stromingen in de Reformatie. Om te beginnen denk ik dat de gedachte dat de verkondiging een sacramenteel karakter heeft, een moderne gedachte is, die in ieder geval in de gereformeerde Reformatie op niet al te veel sympathie kan rekenen. Sacramenten zijn naar gereformeerde opvatting tekenen en zegelen die God voor zijn gelovigen heeft ingesteld, terwijl de preek ook komt tot hen die aan de genade (nog) geen deel hebben. Men wilde juist van een sacramentsopvatting af waarin het sacrament iets bewerkte, terwijl men daarvoor bij de verkondiging nog wel enige ruimte zag of leek te zien.

Dat brengt me ook bij het merkwaardige van de gereformeerde opvatting over de preek. Ik denk eigenlijk dat de gereformeerde Reformatie altijd een beetje op twee gedachten is blijven hinken als het over de preek ging. Dat blijkt uit dat mooie woordpaar dat zo graag door gereformeerden wordt gebruikt: Woord en Geest. Hoe die twee zich precies tot elkaar verhouden, dat is nooit helemaal opgehelderd. Bij de lutheranen deed zich dat probleem eigenlijk niet voor en als ik hierboven de lutherse visie helder genoeg heb gemaakt, kun je dat ook begrijpen. Eigenlijk, om eerlijk te zijn, bemiddelt volgens de gereformeerde Reformatie het woord als mensenwoord helemaal niets. Misschien is het frustrerende van de gereformeerde Reformatie wel dat er helemaal geen heilsbemiddeling meer overblijft. Uiteindelijk is het alleen de Geest en dus God zelf die heil sticht. Overigens is dat op een andere manier bij Luther ook zo, maar Luther presenteert het heil in de verkondiging als universeel en dus overal aanwezig en overal verkondigend, terwijl de gereformeerden dat nu juist niet doen.

Om het heil dus uiteindelijk deelachtig te worden, kun je gereformeerd gesproken, zeggen: alleen de Geest is daarvoor nodig. Of je nu naar de kerk gaat of niet, als de Geest je wil hebben, word je gered. Vreemd genoeg hebben de gereformeerden die passieve visie op heilsbemiddeling nooit goed kunnen accepteren en zijn ze van de weeromstuit juist altijd heel druk geweest met kerkelijkheid en het gebruik van middelen, drukker zelfs dan lutheranen, maar dat was niet zo gek, want bij lutheranen had het heil universele trekken en was je dus niet zĆ³ ongerust of het heil wel bij jou aankwam. (Lutheranen kunnen daarom ook veel relaxter omgaan met onkerkelijkheid en met de verhouding tussen kerk en cultuur. Christus is tenslotte overal. Overigens trok Luther die conclusies over het algemeen nog niet!)

Gereformeerd gesproken kun je dus wel zeggen dat de preek heil bemiddelt, maar ze doet dat nooit exclusief. In die zin zou ik daarom mijn tweet gestand willen doen, namelijk dat de preek niet anders heil bemiddelt dan een gesprek over de Bijbel tijdens een kopje koffie onder vrienden dat kan doen. Zelfs zeventiende-eeuwse gereformeerden als de opstellers van de Westminster Confessie erkenden dat God ook door zijn Geest zonder het Woord tot het heil kan brengen en brengt. In dat geval hoeft dat gesprek bij het kopje koffie dus zelfs niet over de Bijbel te gaan.

Natuurlijk betekent dat niet dat je kerkdiensten maar moet opheffen en vooral gaan koffiedrinken, of dat koffiedrinken als zodanig even heilsbemiddelend is als bijbellezen. Dogmatisch zou je eerder zeggen: even weinig bemiddelend, maar theologisch zouden de gereformeerde voorvaderen zeker ook willen zeggen dat het ‘Gods gewone weg’ is om door middel van de verkondiging mensen tot het geloof te brengen. Met die gedachte heb ik geen moeite, integendeel, want die gedachte verbind ik helemaal niet met het idee dat je Gods woorden spreekt. Je spreekt je eigen menselijke woorden waarvan God gebruik kan maken. In die zin kan ik dus, zoals Arjen Terlouw voorstelt, best iets met de calvinistische opvatting over de sacramentele aanwezigheid van Christus in het avondmaal, ook als het gaat om de preek, maar ik zou dat nog geen sacramentele opvatting van de preek willen noemen.

UPDATE: hier een reactie van Theo Pleizier
UPDATE: Hier een reactie van J.A.J. Pater

Reacties

  1. Volgens mij klopt het niet helemaal als je zegt dat je volgens Luther "als voorganger" ... "nooit in de positie van vertegenwoordiger van God terecht" komt. Sterker nog voor Luther is dus elke christen per definitie vertegenwoordiger van Christus. (Je wordt zelfs een christus voor je naaste.) Ook kan een ambtsdrager bij de biecht een berouwvolle zondaar namens God vergeving toezeggen. De gereformeerde reformatie gronde ook het bijzondere ambt in het algemene ambt. Maar er is onderscheid, en ik neem aan dat Luther dat onderscheid toch ook kende?

    Je hebt gelijk dat er naar de gereformeerde opvatting verschil is in de werkzaamheid van de sacramenten en de prediking. De prediking werkt en sterkt het geloof, het sacrament kan het alleen sterken. Maar in beide gaat het om de belofte van God. Ze hebben hetzelfde doel (ons wijzen op het enige offer van Christus als grond van onze zaligheid - HC v&a 67). Maar het is niet zo dat het sacrament niets bewerkt! Zo zegt bijvoorbeeld artikel 35 van de NGB dat de gelovige Christus ontvangt, maar "de goddeloze ontvangt wel het Sacrament tot zijn verdoemenis, maar hij ontvangt niet de waarheid des Sacrament." Het Sacrament heeft, evenals de prediking, een positieve of een negatieve uitwerking!

    De Westminster Confessie stelt dat de Heilige Geest gewoonlijk het geloof werkt door de bediening van het Woord (dat is dus door de prediking). Inderdaad zijn daar mogelijke uitzonderingen op. Wie zou de Geest aan banden willen leggen en stellen dat de Geest niet door een goed gesprek bij een kopje koffie geloof kan werken? Wel lijkt het me sterk dat daarbij de inhoud van het geloof niet op de ƩƩn of andere manier aan de orde zou komen. Natuurlijk: God heeft meer peilen op Zijn boog dan de prediking. Hoewel de voorzichtige formulering van de Westminster waarschijnlijk niet bedoeld is om dit element naar voren te brengen. Deze formulering heeft waarschijnlijk (vooral) te maken heeft met het geloof dat de Geest kan werken in de harten van kleine kinderen zelfs in de baarmoeder. Blijft staan dat de prediking hƩt middel bij uitstek is waardoor het God behaagt zalig te maken die geloven (1Cor. 1:21).

    Een verschil tussen het gesprek (bij het kopje koffie) en de prediking is het verschil tussen monoloog en dialoog. Juist het monologische (niet: Ć©Ć©nrichtingsverkeer, want de gemeente reageert onder het luisteren op een prediker, en de prediker reageert op de gemeente, hoewel in onze tijd minder uitgesproken dan bijvoorbeeld bij Augustinus) zou wel eens een uitdrukking kunnen zijn van een belangrijk theologisch principe. Onder de prediking ben je als hoorder namelijk receptief (hopelijk niet geheel passief, want je bent hopelijk actief en constructief bezig met luisteren). Zoals ook in de sacramenten iets aan ons gedaan wordt en ons iets geschonken wordt. Er komt een Woord van de andere kant op ons af: het Woord van God. Natuurlijk ook in een dialoog zit een receptief element. Ook dialoog is belangrijk! Zo kunnen in de gemeente pastoraat, catechese, bijbelkringen en dergelijke niet gemist worden, ze zijn in zekere zin essentieel voor de prediking en andersom.

    Verder benadrukte Luther bij mijn weten, evenzeer als Calvijn, dat er buiten de kerk geen zaligheid is. Maar ook hier kan ik mij vergissen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Adriaan,

    Ik denk dat je wat betreft Luther wel gelijk hebt. Ik heb de lutherse visie waarschijnlijk nogal naar Ć©Ć©n kant toegeschreven.

    Wat de Westminster Conf. betreft denk ik juist wel dat ze op dit vlak een belangrijk punt hebben, ook al trek ik dat nogal mijn eigen kant uit. Door de Geest zelfstandigheid te geven tov de preek voorkom je kramp bij de voorganger, die dan mensen moet gaan bekeren. Ik wil bovendien weg bij een al te grote macht van de preek of de kerkdienst in de heilsbemiddeling.

    Aan het einde van je bijdrage maak je voor mijn gevoel precies te move waar ik mijn stukjes tegen heb geschreven. Als dƔt de rol van de preek wordt, dan wordt het inderdaad eenrichtingsverkeer, zogenaamd van God naar mensen, maar in de praktijk van de ene mens die macht uitoefent over de andere!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Als Gods Woord klinkt wil dit nog niet zeggen dat mensen tot bekering komen. Dat is natuurlijk altijd werk van de Geest.

    Je kunt wel weg willen bij een "te grote macht" van de preek in de heilsbemiddeling, maar Paulus lijkt dat niet te willen in 1Korinthe 1:21.

    Volgens mij "voorkom" je machtsmisbruik in de preek door het tegenover en de zelfstandigheid van de gemeente (waarin de Geest woont) te benadrukken ten opzichte van de prediker, zoals ik op mijn blog heb gedaan. Receptief zijn is zeker niet onkritisch zijn. Als het goed is dan is de prediking juist gericht op het in de goede zin des Woords mondig maken van de gemeente (Efeze 4:11-16).

    Met de visie die jij hebt op prediking is er in de praktijk natuurlijk evenzeer een machtsrelatie. Je kunt wel doen alsof je uitsluitend en alleen aan de kant van de hoorder staat, maar in de praktijk spreek jij hen toe. Zeker de Bijbel is het tegenover, maar ondertussen ben jij het die de Bijbel weer bemiddelt. Je hebt hoe dan ook een dubbele rol! Als de preek geen verkondiging van het Woord Gods is dan verliest zij elke theologische legitimiteit.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts